Welkom in de wereld van Linguistan! Deze wereld wordt volledig bewoond door linguïsten, oftewel: mensen die zich met de wetenschap van de taal bezighouden!
Bewoners
Burgers
De wereld van Linguistan kent verschillende gebieden met ieder hun eigen bewoners. Zo is er de universiteit, waar studenten, docenten en wetenschappers wonen. Ja, dat lees je goed. Ze wonen daar. Permanent. Waarom huizen bouwen als je toch geen leven hebt buiten de universiteit?
Studenten, docenten en wetenschappers zijn goed uit elkaar te houden. Alle wetenschappers hebben namelijk zwart haar en dragen labjassen, alle docenten dragen warme rode universiteitshoodies en alle studenten kun je herkennen aan hun zwarte zonnebrillen en shirts met “yolo swag 420” erop.
Een tweede gebied is de lucht. Hier leven pratende vogels die wonen op de wolken. Op sommige wolken hebben ze ook gebouwen gebouwd. Het gewicht van de bakstenen houdt dat soort wolken bijeen, waardoor die nooit uit elkaar vallen en gaan regenen.
De vogels leven hier in redelijke harmonie. Er schijnt ook een wijze Moeder Vogel te zijn die alle plekjes op Linguistan weet te vinden, maar niemand heeft haar ooit in het echt gezien. Haar bestaan is een beetje een mythe. Mocht je een keer écht heel erg op zoek zijn naar de meest onvindbare plek in heel Linguistan, dan zou het misschien nog kunnen lonen om naar haar op zoek te gaan. Volgens de mythe kun je haar oproepen door een deuntje te spelen op de Oerfluit. Helaas is die fluit lang geleden in stukken gebroken, en waar die stukken nu zijn? Dat weet niemand.
In Linguistan schijnt ook nog een bos te zijn genaamd het Syntactisch Bos. Slechts weinigen weten waar het ligt. In redelijke afzondering leven hier pratende, wandelende planten die geobsedeerd zijn met neurolinguïstiek, oftewel de werking van taal in het brein.
Monsters
Naast de standaard bewoners komen er in Linguistan ook manifestaties van puur kwaad voor, genaamd monsters. Deze monsters komen op alle plekken en in alle soorten en maten voor, van kwade statistiekboeken en waarheidstafels op de universiteit, tot ontploffende plofklanken en giftige wolken taalvervuiling in de lucht, tot SynTakken en Syntaxi’s in het Syntactisch Bos. Deze wezens dienen geen enkel ander doel dan om normale bewoners het leven zuur te maken, dus als je er een keer eentje tegenkomt, ga er vooral de strijd mee aan! Als ze namelijk met jou vechten, kost dat energie, waardoor ze minder energie overhouden om later kwade streken mee uit te halen.
Helden
Met zoveel monsters in de wereld heb je natuurlijk ook een paar helden nodig, die de wereld leefbaar houden voor de normale bewoners. In Linguistan leven op dit moment 4 helden. Ieder gebruiken ze één van de 4 Elementen der Taalkunde.
De eerste held is Sint Axis. Deze man, die al enigszins op leeftijd is, groeide als klein jongetje op tussen de bomen en de natuur. Het was pas toen hij een jaar of 20 was, dat hij voor het eerst in aanraking kwam met de universiteit en de professoren, docenten en studenten die daar leefden. Op de universiteit gebruikten ze boomstructuren om de opbouw van zinnen uit te beelden. Axis bleek hier van nature heel goed in te zijn, en het duurde dan ook niet lang totdat hij het Element van de Syntaxis (zinsbouw) in handen kreeg om daarmee kwade monsters te verslaan. Vanwege zijn decennialange trouwe verdiensten is hij recent geheiligd tot Sint.
De tweede held is Sem Antiek. Net als Sint Axis is hij ook al wat ouder. Zijn kracht zit hem echter in zijn wijsheid, die hij over de jaren heen heeft weten te vergaren. Hij weet meer dan wie dan ook over de betekenis van woorden en zinnen en is altijd open voor een filosofisch gesprek over de (on)waarheid van zinnen. Vraag hem maar eens of de zin “De koning van Frankrijk is kaal.” waar of niet waar is.
Dankzij zijn ongeëvenaarde wijsheid is hem het Element van de Semantiek (betekenisleer) toevertrouwd, dat hij met veel trots gebruikt om de wereld te behouden tegen kwade monsters.
De derde held is Lexi Con. Ze is de jongste held, maar dankzij haar keiharde studeerdiscipline en haar ongelofelijke drive om de wereld voor eens en altijd te bevrijden van het kwaad, wist ze toch op haar 24e het vertrouwen van de professoren op de universiteit te winnen om haar het Element van de Neurolinguïstiek (taal in het brein) te overhandigen. Ze is nog aan het oefenen om dit goed te gebruiken, maar alle kennis die ze tijdens haar opleiding al heeft opgedaan over de werking van taal in het brein geven haar gelukkig een goede basis om mee te beginnen.
De laatste held is Syl La Besse. Zij groeide als kind op op de afdeling Franse Taal en Cultuur van de universiteit, waardoor het onuitgesproken laten van overbodige klanken haar met de paplepel werd ingegoten. Ze bleek van nature geschikt als drager van het Element van de Fonologie (klankleer). Ze deinst niet terug om hard en meedogenloos op te treden als de situatie dat vereist.
Andere bijzondere karakters
Er zijn naast de helden nog een paar andere karakters die iets eigenaardigs hebben, waardoor ze toch een vermelding behoeven. Zo is er bijvoorbeeld de Kwaadaardige Docent, die studenten dwars probeert te zitten door ingewikkelde toetsen te geven en laptops tijdens de les te verbieden. En de boze wetenschapper Neon Chemsky, die iedereen wilt vermoorden die het niet eens is met zijn theorie over taal. Ja, het gaat er wel eens heftig aan toe in Linguistan. Ik hoop dat je nooit in aanraking hoeft te komen met deze twee figuren.
Gelukkig leven er in Linguistan ook bijzondere figuren die wat vriendelijker zijn. Zoals de heks en de kantinejuffrouw, die zeer behulpzaam zijn en je met liefde helpen om je wat beter te voelen als het even wat minder gaat. Of de wog, die samen met je oefent om woorden in het meervoud te zetten. And last but not least, laten we ook Sneeuwbal niet vergeten: de vliegende bizon die je met liefde op zijn rug neemt, zolang je er maar aan denkt om “A.P.A. yip yip” te zeggen.
Geschiedenis
Vrede in Linguistan
De geschiedenis van Linguistan wordt gekenmerkt door een lange periode van vrede. Studenten, docenten en wetenschappers behandelden elkaar met respect en keken naar elkaar om als het met iemand wat minder goed ging. Er hing een open sfeer waarin het geoorloofd was om linguïsten aan te spreken in de wandelgangen. Iedereen deelde immers dezelfde passie voor taal, dus zulke spontane ontmoetingen leidden altijd tot hele enthousiaste gesprekken. Dat de ene taalwetenschapper geïnteresseerd was in de werking van taal in het brein, en de ander soms meer geboeid werd door de verbinding tussen taal en technologie, deed niets aan zulke ontmoetingen af.
In deze vredestijd liepen er ook wel eens monsters rond: zielloze objecten die ooit waren overgenomen door de Kracht van het Kwaad en sindsdien als enige doel hadden om de levens te verpesten van de liefdevolle inwoners van Linguistan. Vaak waren dit eerst hele nuttige voorwerpen, zoals deuren, tafels of koffers, voordat ze bezeten werden. De inwoners van Linguistan hadden gelukkig toegang tot de Kracht van het Goede in de vorm van de vier Elementen der Taalkunde:
- het Element van de Syntaxis, waarin de barmhartige kracht van zinsbouw en bomen zat opgeslagen;
- het Element van de Semantiek, dat de wijze kracht van waarheid en betekenis in zich droeg;
- het Element van de Neurolinguïstiek, waarin men de prille kracht van kennis en therapie vond;
- het Element van de Fonologie, met daarin de moedige kracht van klank en stem.
Het was traditie in Linguistan dat er altijd vier helden waren die ieder een element bij zich droegen en dit gebruikten om de overige linguïsten te beschermen tegen de monsters. Er waren speciale ceremonies om een element aan een nieuwe eigenaar over te dragen wanneer een voormalige held te oud werd of het loodje legde. Zo waren de inwoners van Linguistan voortdurend beschermd en kwam het dat de meeste taalwetenschappers in hun dagelijks leven weinig merkten van de Kracht van het Kwaad.
Dankzij de bescherming door de vier helden en de vier Elementen der Taalkunde had de rest van de linguïstische samenleving de ruimte om zich te focussen op andere dingen, zoals wetenschap. Ook wetenschap stond in hoog aanzien in Linguistan. En, niet geheel onverwachts, stond deze wetenschap vooral in het teken van onderzoek doen naar taal, waar iedereen in Linguistan zo gek op was. Door de eeuwen heen zorgden deze onderzoeken ervoor dat de inwoners van Linguistan van alles leerden over taal: ze leerden hoe het menselijk brein zinnen verwerkte, hoe de mond- en keelholte klanken produceerden en hoe computerprogramma’s teksten zouden kunnen vertalen. Ze kwamen er zelfs achter dat taal levensvatbaar was: door al hun wetenschappelijke artikelen op een hoop te gooien en de spreuk “A.P.A. yip yip” uit te spreken, gaven ze leven aan de allereerste kunstmatig gecreëerde bizon! Al dit soort grote en kleine successen werden door de taalwetenschappers uitgebreid met elkaar gevierd.
Honderden jaren heerste er vrede in Linguistan en honderden jaren werden er onderzoeken van hoge kwaliteit uitgevoerd. Wetenschap ging niet om het halen van je gelijk, maar juist om het in twijfel trekken van wat je denkt te weten, en dat begrepen alle wetenschappers. Ten minste, alle wetenschappers tot 50 jaar geleden. Toen verscheen de beruchte Neon Chemsky op het wetenschapstoneel…
Een nieuwe theorie
De situatie begon vrij onschuldig. Neon publiceerde een artikel waarin hij zijn visie uit de doeken deed over hoe baby’s hun eerste taal leerden. De heersende opvatting over dit onderwerp was dat baby’s “blanco” werden geboren en dat het leren van een eerste taal net zoiets was als leren tellen. Neon geloofde echter dat baby’s werden geboren met een specifiek vermogen om taal te leren. Ze zouden toegang hebben tot een soort universele grammatica, waaruit ze de benodigde kennis putten om de taal te leren die om hen heen aanwezig was, en waarmee ze zich onderscheidden van diersoorten die geen talen konden leren.
De nieuw voorgestelde theorie werd met open armen ontvangen. Al jaren kampten onderzoekers van eerstetaalverwerving namelijk met het probleem dat ze maar één theorie hadden. En als je maar één theorie hebt, kun je die nooit vergelijken met een andere theorie. Nu dat er twee theorieën waren, konden er eindelijk weer experimenten worden uitgevoerd om te testen welke theorie de meest realistische voorspellingen maakte. De taalwetenschappers waren dolverheugd dat hun vak nóg interessanter was geworden.
Die vreugde duurde echter niet lang. Hoewel de bestaande wetenschappers meer dan open stonden voor een nieuwe theorie, bleek al gauw dat Neon helemaal niet openstond voor theorieën anders dan de zijne. Zijn inmenging in de taalwetenschap had grote gevolgen. Met deze nieuweling erbij, draaide wetenschap ineens niet meer om het uitvoeren van experimenten en het in twijfel trekken van bestaande ideeën. Er ontstond een sfeer waarin het erom ging je eigen gelijk te bewijzen en om zo lang mogelijk bij je eigen standpunt te blijven. Slechts weinigen voelden zich comfortabel te midden van deze wedstrijd tussen zienswijzen. Toch kozen steeds meer wetenschappers een kant, uit angst om achter te blijven en helemaal nooit meer wetenschap te kunnen bedrijven. Hoe langer Neons aanwezigheid duurde, hoe donkerder de stemming werd en hoe minder van de essentie van wetenschap nog te herkennen was in de ooit zo wetenschappelijke kringen van Linguistan.
Oorlog
Het geroep werd erger en de aantijgingen werden feller, maar er kwam maar geen einde aan de strijd. Het daagde Neon dat hij altijd tegenstanders zou houden, hoe hard hij ook riep. Op een of andere manier moest hij iets doen om aan heel Linguistan te laten zien dat zijn theorie écht klopte. Iets dat zo overtuigend zou zijn, dat er geen enkele linguïst meer was die nog aan zijn theorie zou twijfelen. En ineens wist hij het: hij moest zijn tegenstanders doden. Dan zou er geen enkele levende linguïst meer zijn die nog aan zijn theorie twijfelde!
Zo kwam het dat op een duistere dag zo’n 50 jaar geleden de Taalwetenschapsoorlog uitbrak. Aan de ene kant stonden de Constructivisten, die vasthielden aan de theorie van weleer, en aan de andere kant waren de Nativisten, die meer zagen in de theorie van de nieuwkomeling. Het was een heftige strijd waarbij veel woorden over en weer gingen. Maar wie zou het laatste woord hebben? En welk kamp zou het einde van zijn Latijn bereiken?
Maandenlang werd er intens gevochten. Maar naarmate de oorlog vorderde, begon het aan steeds meer wetenschappers te knagen dat dit niet de manier was waarop ze wetenschap wilde bedrijven. Ze wilden weer experimenten uitvoeren en met open geest naar elkaars ideeën luisteren!
Er moest een einde komen aan deze gruwelijke slachtpartij, zo besloot een groep Constructivisten. En daarbij ging het er niet om welke partij gelijk had; ze wilden gewoon dat Constructivisten en Nativisten weer als groep konden samenwerken aan het vinden van de waarheid! De groep ging te rade bij de vier toenmalige helden van Linguistan, die zich konden vinden in de motieven van deze groep en ook wel een plan hadden om de oorlog te beëindigen. Met behulp van de vier Elementen der Taalkunde zouden ze het ultieme wapen kunnen bouwen! Dit zouden ze dan natuurlijk niet gebruiken om mensen te doden, maar meer om mensen dusdanig te intimideren dat niemand meer oorlog durfde te voeren. Dan zou iedereen zich weer bezig kunnen houden met échte wetenschap!
Zo gezegd, zo gedaan. Door de kracht van de vier Elementen te combineren, bouwden ze zo’n verschrikkelijk krachtig wapen, dat iedereen die nog een beetje oorlogslust in zich had, deze snel liet varen. Al gauw beseften alle taalwetenschappers dat ze de oorspronkelijke essentie van de wetenschap uit het oog waren verloren en dat ze niet konden wachten om weer met écht onderzoek aan de slag te gaan. Hoera! Daarmee kwam er een einde aan de Taalwetenschapsoorlog. De vier Elementen der Taalkunde, die Linguistan altijd hadden beschermd tegen de Kracht van het Kwaad, hadden wederom bijgedragen aan de vrede.
Een nieuwe dreiging…
Je vraagt je vast af wat er is gebeurd met Neon Chemsky, de aanstichter van de Taalwetenschapsoorlog. Als dat zo is, ben je niet de enige. Het is een vraag die wel meer linguïsten hebben gesteld de afgelopen 50 jaar. Sinds het einde van de oorlog was hij nergens meer te bekennen. In eerste instantie waren taalwetenschappers niet zo bezig met Neons afwezigheid; ze waren vooral gefocust op het herinrichten van de wetenschap. Maar toen alles weer enigszins bij het oude was, begon het toch bij sommigen te klagen: was het niet heel gevaarlijk dat niemand wist waar deze man was of wat hij deed?
Terwijl de wetenschappers steeds meer onderzoek deden naar de Constructivistische en Nativistische visie op taalverwerving, begon een team docenten aan een zoektocht om te vinden waar Neon zich uithield. Met behulp van Sneeuwbal, de kunstmatig gecreëerde vliegende bizon, vlogen ze heel Linguistan rond. Helaas tevergeefs, want de eigenwijze taaltheoreticus was nergens te vinden.
De zoektocht werd gestaakt en er werd algemeen verondersteld dat Neon was gestorven. Tot voor kort, toen er voor de zekerheid toch nog een zoektocht werd gedaan. Het team kwam terug met goed en slecht nieuws:
- Het goede nieuws was dat ze waarschijnlijk wisten waar Neon zich ophield!
- Het slechte nieuws was dat dit betekende dat Neon nog in leven was, en dat hij dus 50 jaar de tijd had gehad om aan een duivels plan te werken voor zijn terugkeer…
Wat gaat er gebeuren met Linguistan? Blijft de vrede bewaard, of komt er een tweede Taalwetenschapsoorlog? Kan iemand Linguistan nog redden?
Relikwieën
Uit iedere wereld duiken wel eens relikwieën op. Dit zijn verhalen, gedichten, spelletjes of andere dingen die op Aarde zijn gevonden en die een beetje een beeld geven van hoe het leven in die wereld eruit ziet. Van Linguistan hebben we de volgende relikwieën:
-
Linguistic Heroes
Met deze game voor Android duik je in de wereld van Linguistan en ga je op pad om de kwade wetenschapper Neon Chemsky te verslaan.
Proclaimer
Neon Chemsky is losjes gebaseerd op Noam Chomsky. Neon en Noam hebben een vergelijkbare theorie over taalverwerving, maar waar Neon zich gedraagt als een slechterik, is Noam Chomsky een vriendelijke man die wél benieuwd is naar andere denkbeelden, die een positieve bijdrage heeft geleverd aan (onder meer) de taalwetenschap, en voor wie ik heel veel respect heb. Neem gerust een kijkje op de website van Noam Chomsky als je een wat zuiverder beeld wilt hebben van deze man dan het beeld dat ik heb geschetst van zijn tegenhanger in Linguistan.